daslist

Nakomelingen van Philips van Marnix van Sint-Aldegonde

Tot de 9de generatie.

Philips van Marnix van Sint-Aldegonde, geboren op 8 maart 1540, Brussel, gestorven op 15 december 1598 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud), Raadsman van Willem van Oranke, Burgemeerster van Antwerpen [Aantekening 1]
... gehuwd in 1562 met ...
... Philipotte de Bailleul, geboren, Brugge, gestorven in 1586, hieruit :

  1. Jacob Philipsen Marnix van Sint-Aldegonde, Heer van Sitn Aldegonde , geboren in 1565, gestorven op 28 januari 1599, begraven, Pieterskerk, Leiden (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud), Kapitein [Aantekening 3]
    ... gehuwd met ...
    ... Veronica Hohen von der Lippe, geboren op 8 november 1568, Duitsland, gestorven op 17 augustus 1619 (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud), hieruit :
    1. Walburch van Marnix van Sint-Aldegonde, Vrouwe van Sint-Aldegonde , geboren in 1596, Brussel Kasteel Sint Aldegonde, West Souburg, gestorven op 17 juni 1654, s'Gravenhage (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud)
      ... gehuwd op 27 mei 1616, s'Gravenhage, met ...
      ... Willem van Stoutenburg van Oldenbarnevelt, Ridder-Ritmeester (30 mei 1611), Heer van Stoutenburg en Stormpolder , geboren op 12 november 1590, s'Gravenhage, gedoopt op 12 november 1590, Hofkapel, s;Gravenhage, gestorven op 10 juli 1638, Brussel (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud) [Aantekening 6]
      ... zoon van Johan van (Staatspensionaris) Oldenbarnevelt, Ridder 1547-1619 en Maria van Utrecht 1553-1629
      ... huwelijk ontbonden voor 1623. , huwelijk ontbonden, hieruit :
      1. Pieter van Oldenbarnevelt van Stoutenburg, geboren in 1618, Amersfoort, gestorven op 9 mei 1698, Nieuw Amsterdam NY (leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud) [Aantekening 7]
        ... gehuwd op 25 juli 1649, Nieuw Amsterdam, New York, met ...
        ... Aefje van Tienhoven, geboren in 1628, Nieuw Amsterdam, gestorven in 1686 (leeftijd bij overlijden: 58 jaar oud), hieruit :
        1. Engeltje van Stoutenburg, geboren op 20 augustus 1651, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
        2. Tobias van Stoutenburg, geboren op 18 januari 1660, New York, gestorven op 16 januari 1715 (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud)
          ... gehuwd op 2 juli 1684, Nieuw Amsterdam, met ...
          ... Anneke van Rollegom, geboren op 15 juli 1665, Haarlem, gestorven, hieruit :
          1. Pieter van Stoutenburg, geboren op 26 april 1685, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          2. Jan van Stoutenburg, geboren op 26 september 1688, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          3. Jan van Stoutenburg, geboren op 27 oktober 1689, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          4. Lucas van Stoutenburg, geboren op 20 september 1691, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          5. Jacobus van Stoutenburg, geboren op 7 juni 1696, New York, gestorven op 18 december 1772, Hyde Park NY (leeftijd bij overlijden: 76 jaar oud), Rechter [Aantekening 16]
            ... gehuwd met ...
            ... Margrietje Teller, geboren in februari 1696, gestorven in 1789 (leeftijd bij overlijden: 93 jaar oud) [Bron 17]
            ... dochter van Willem Teller 1657-1710 en Rachel Kierstede 1665 , hieruit :
            1. Pieter van Stoutenburg, geboren op 19 juni 1731, Philipsburg, gestorven in 1777 (leeftijd bij overlijden: 46 jaar oud)
              ... gehuwd in 1776, Rhinebeck, Dutchess co, NY, met ...
              ... Rachel van Steenbergen, geboren in 1734, Ulster co, NY, gestorven
              ... dochter van Benjamin van Steenbergen 1706-1760 en Rachel Suylandt 1705 , hieruit :
              1. Tobias W. I van Stoutenburg, geboren in 1765, gestorven, Colonel
                ... gehuwd met ...
                ... Catharina van Vleck, hieruit :
                1. Abraham van Stoutenburg, gestorven in 1794
                  ... gehuwd met ...
                  ... Rebecca Watson, hieruit :
                  1. Abram van Stoutenburg, gestorven in 1834, Havana NJ
        3. Lucas van Stoutenburg, geboren op 10 januari 1666, Nieuw Amsterdam , NY, gestorven
        4. Isaac van Stoutenburg, geboren op 26 september 1668, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          ... gehuwd op 2 juli 1690, Nieuw Amsterdam, NY, met ...
          ... Neeltje Uijttenbogaard, geboren, Mispa Kil, hieruit :
          1. Pieter van Stoutenburg, geboren op 20 november 1692, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven
          2. Gijsbert van Stoutenburg, geboren op 21 oktober 1694, Nieuw Amsterdam, NY, gestorven

Totaal : 18 personen, (echtgenoten weggelaten = 10)


Aantekeningen

1 :

Willem van Oranje's rechterhand Philips van Marnix, heer van Sint Aldegonde. Van Marnix begint zijn carrière als student theologie bij Calvijn in Genève. In 1557 vlucht hij naar Duitsland, waar hij in 1569 het satirische werk De Byencorf der H. Roomsche Kercke schrijft, bedoeld als propaganda voor het calvinisme. Zijn broer Jan sterft als geuzenleider bij Antwerpen.

In 1571 treedt Philips van Marnix in dienst van Willem van Oranje en brengt de prins in nauw contact met de uit de Nederlanden verbannen gereformeerden. Marnix bereidt vijf jaar later de Pacificatie van Gent voor, een overeenkomst tussen de Staten-Generaal van de niet-opstandige gewesten en de Staten van Holland en Zeeland. Van Marnix politieke carriere eindigt met het verlies van Antwerpen in 1585. Als burgemeester moest hij de stad overgeven aan de krijgsheer en landvoogd Parma.

Marnix onderhoudt na zijn studie in Genève intensief contact met de hugenoten. Deze Franse calvinisten zouden de Franse katholieke regering in de armen van Spanje kunnen drijven. Voor die angst lijkt Willem van Oranje zijn leven lang bang te zijn. 'Als dit gebeurt (Spanje en Frankrijk werken samen) is het afgelopen met de nieuwe religie in Europa', vreest Willem van Oranje.

Philips van Marnix neemt een belangrijke plaats in in de politieke, culturele en kerkelijke geschiedenis van de tweede helft van de zestiende eeuw. Hij werd geboren te Brussel in 1540 als tweede zoon van Jacob van Marnix, wiens vader Jean afkomstig was uit Savoye en die als secretaris van Margaretha van Oostenrijk in haar gezelschap naar de Nederlanden was gekomen. Zijn moeder, Marie de Haméricourt, dame de Mont Ste Aldegonde (een klein goed bij Binche in Henegouwen), is afkomstig uit Brugge. In maatschappelijk opzicht behoort de familie tot de lagere adel, de dienst-adel, die veelal de hogere ambtenaren voor de staat leverde. De ouders zijn goed katholiek en als de moeder vrij kort na Philips' geboorte sterft, hertrouwt Jacob met Marie de Bonnières, een protégé van Granvelle; de kinderen die uit dit huwelijk geboren worden, blijven de moederkerk trouw. Met zijn iets oudere broer Jan wordt de 13-jarige Philips in 1553 ingeschreven als student van de Universiteit van Leuven, waar de gebroeders waarschijnlijk klassieke letteren studeren. In 1555 vertrekken ze naar Frankrijk en studeren in Parijs en Dole en gaan dan naar Italië, waar ze in Padua hun studies voortzetten. Als de vader in 1557 overlijdt, erft Jan het landgoed Toulouse (in Franche Comté) en Philips het bezit van moederszijde, Mont Ste Aldegonde - landgoederen, waarnaar de gebroeders meestal genoemd worden. Wanneer de Marnixen overgegaan zijn tot het Calvinisme is niet zeker, in elk geval behoren zij in 1559 tot de eerste studenten van de nieuw opgerichte Universiteit van Genève, waar ze aan de voeten van Calvijn en Beza gretig de nieuwe leer van de hervorming inzuigen.
In 1561 keren de gebroeders definitief naar de Nederlanden terug en houden zich jarenlang schuil, Terwijl Philips zich bezig blijft houden met theologische studies, richt Jan zijn aandacht steeds meer op politieke aangelegenheden. In het eerste verzet van de Nederlandse adel tegen de politieke, sociaal-economische en religieuze maatregelen van de Spaanse Koning en Heer van de Nederlanden, Philips II, staat Jan in de voorste gelederen, later volgt Philips zijn broer. Zij behoren tot de eersten, die zich aansluiten bij het Verbond der Edelen en tot de eerste ondertekenaars van het aan de landvoogdes aangeboden Smeekschrift. Het is al spoedig duidelijk, dat de gebroeders tot de extremisten onder de edelen behoren: Philips schrijft een verdediging van de Beeldenstorm (Van de beelden afgheworpen in de Nederlanden in augusto 1566, en Jan, man van de daad, is een van de belangrijkste organisatoren van het gewapende verzet en komt in het eerste bloedige treffen met de regeringstroepen in maart 1567 om bij Austruweel onder de rook van Antwerpen. Als de hertog van Alva met een groot leger naar de Nederlanden komt om orde op zaken te stellen, vlucht Philips met zijn gezin naar Duitsland, waar hij gastvrij onthaal vindt in Bremen en in Emden, waar hij gast is op de Lütetzburg bij de drost Unico Manningha, die veel om hun geloof gevluchte ballingen heeft geherbergd. Zijn zorg geldt in eerste instantie de organisatie en de eenheid van de hervormde kerk Nadat hij aanvankelijk in dienst was getreden van Frederik III, de calvinistische keurvorst van de Palts, wordt hij begin 1571 uitgeleend' aan Prins Willem van Oranje, een dienstverband dat duurt tot aan het levenseinde van de laatste in 1584. Ongetwijfeld is Marnix de trouwste en meest toegewijde medewerker van de Prins. Hij dient hem als woord- en penvoerder, secretaris en raadsheer, ambassadeur en diplomaat, propagandist en pamflettist. In die laatste hoedanigheid verdedigt hij bij voorbeeld de Prins tegen een scherpe aanval in een pamflet, waarin niet alleen Oranje, maar ook hijzelf heftig aangepakt wordt en personne vrayment factieuze et perverse' genoemd wordt. En in zijn andere grote verdediging, de hierboven genoemde Response apologétique (1598) verraadt hij iets van zijn bijzondere relatie tot de Prins tijdens het laatste gesprek, dat tussen de twee mannen plaatsvond te Delft bij de doop van Frederik Hendrik in juni 1584: Naast zijn politieke werkzaamheden blijft hij een onvermoeibare organisator van de hervormde kerk en raadsman voor de hervormde synodes van Wesel (1568), Emden (1571), Dordrecht (1578) en Middelburg (1581). Bovenal is hij dichter en literator, ook al stelt hij zijn gigantische talenkennis meer in dienst om zijn godsdienstige overtuiging uit te dragen, dan om zijn literaire artisticiteit ten toon te spreiden. Zijn eerste optreden namens de Prins van Oranje in deze landen is op de eerste vrije Statenvergadering te Dordrecht in juli 1572, waarin hij vraagt de Prins tot stadhouder van Holland en Zeeland te erkennen, om geldelijke steun verzoekt om de opstand te financieren en voor gelijkheid van de gereformeerde en de rooms-katholieke godsdienst pleit. In deze periode van onze geschiedenis, waarin de zaak van de Nederlandse gewesten er vaak zeer slecht voorstond, heeft hij de Prins met raad en daad terzijde gestaan; naast het hanteren van een vlijmscherpe pen was hij begiftigd met grote diplomatieke gaven en een bijzondere welsprekendheid. Ongeëvenaard was zijn bedrevenheid in het ontcijferen van geheimschrift, ook al is er jarenlang een lek geweest aan Spaanse zijde, waardoor de cijfersleutels naar de Prins van Oranje werden doorgegeven.
In 1573 valt hij in handen van de Spanjaarden en wordt een jaar lang opgesloten in Utrecht. Vooral in de eerste maanden van zijn gevangenschap vreest hij voor zijn leven en tracht hij de Prins over te halen vrede met Spanje te sluiten. In de gevangenis houdt hij zich bezig met het vertalen van de Psalmen vanuit de grondtekst. Nadat hij tegen de Spaanse bevelhebber Mondragon is uitgewisseld, reist hij in dienst van het vaderland half Europa af - tot Polen toe - en tracht steun te verkrijgen voor de onderdrukte gewesten. Maar ook in dienst van de wetenschap reist hij naar het buitenland: in 1575 gaat hij naar Heidelberg om professoren te winnen voor de pas opgerichte Universiteit van Leiden. En passant onderhandelt hij er over een huwelijk van zijn meester met Charlotte de Bourbon en voert haar als bruid naar Holland. Mede door zijn toedoen sluiten de gewesten zich (kortstondig) aaneen in de Pacificatie van Gent (1576). Hij is nauw betrokken bij de voorbereidingen en het tot stand komen van de Unie van Utrecht (1579) en verdedigt als burgemeester van Antwerpen de stad tegen de hertog van Parma. Door gebrek aan proviandering, onderlinge verdeeldheid van de diverse groeperingen binnen de stad en het uitblijven van hulp van buitenaf, moet hij de stad - de belangrijkste in de Nederlanden - overgeven aan de Spanjaarden (1585). Ten onrechte heeft men hem daarvoor van landverraad en zwakheid beschuldigd; hevig teleurgesteld door wat hij voelt als onrecht, trekt hij zich uit alle openbare ambten terug op zijn kasteel te West Souburg in Zeeland, zijn dagen slijtend met theologische studies (met name schrijft hij een herziening van zijn Psalmberijming, 1591, en steekt hij zijn landgenoten, die nog zuchten onder het kruis der vervolgingen een hart onder de riem met zijn Trouwe Vermaninge, 1589). Vooral ook houdt hij zich bezig met de botanische studie: met grote hartstocht kweekt en cultiveert hij bloemen en gewassen. Vanaf 1590 verleent hij weer diensten aan het land: men vraagt hem enige onderschepte Spaanse brieven te ontcijferen en van de inhoud ervan de Franse koning en de Engelse koningin persoonlijk op de hoogte te stellen. Een algehele rehabilitatie volgt in 1594 met de opdracht de bijbel te vertalen, een werk, waaraan hij door allerlei nieuwe opdrachten slechts korte tijd heeft kunnen werken. Hij is 58 jaar oud als hij op 15 december 1598 te Leiden zijn ‘repos ailleurs' vindt.

bron;J.A. de Waard

Marnix stamde uit een geslacht van magistraten uit Savoye dat in dienst van Margaretha van Oostenrijk naar de Nederlanden was gekomen. Hij was de broer van Jan van Marnix, heer van Toulouse. Marnix studeerde theologie in Leuven, Parijs, Dole, Padua en Genève. In de laatste stad studeerde hij bij bij Calvijn en Beza en werd hij een overtuigd calvinist. Hij sloot zich in 1565 aan bij het Eedverbond der Edelen. Na de Beeldenstorm (augustus 1566) vluchtte hij naar Bremen, nadien naar Oost-Friesland Vanaf 1571 was hij in dienst van Willem van Oranje, wiens overgang tot het calvinisme hij bevorderde. Marnix werd een belangrijk medewerker van Willem, en voerde veel diplomatieke missies uit voor De Zwijger. Bij de Eerste Vrije Statenvergadering te Dordrecht was hij Willems afgezant. Tijdens de strijd tegen Spanje (Tachtigjarige Oorlog) werd hij in 1573 door de Spanjaarden gevangen genomen; een jaar later kwam hij vrij na een uitwisseling van gevangenen. In oktober-november 1576 bereidde Marnix de Pacificatie van Gent voor, waarbij Willems positie in de Nederlanden versterkt werd. In 1583 benoemde Willem hem tot buitenburgemeester van Antwerpen, een belangrijke bestuursfunctie, en werd hem opgedragen de stad te verdedigen, na de Spaanse Furie. Tegen de Spaanse overmacht onder Parma was dit echter een schier onmogelijke opdracht. Als magistraat en militair blonk Marnix niet uit; daartoe miste hij Willems doortastendheid. Er is dan ook enige grond om hem de val van Antwerpen (augustus 1585) te verwijten. Marnix ging in die tijd zover ervoor te pleiten de gehele Opstand te beëindigen, waarna hij bij Willem en de Staten-Generaal wegens "verraad" in ongenade viel. Teruggetrokken op zijn kasteel bij Souburg wijdde hij zich aan het schrijven. De Staten van Holland droegen hem in 1594 op de bijbel te vertalen, waarvoor hij naar Leiden verhuisde, maar door zijn overlijden (1598) kon hij die klus niet klaren. Zijn graf bevindt zich in het koor van de Pieterskerk aldaar. Minder bekend is Marnix' werk als cryptograaf. Hij wordt beschouwd als de eerste cryptograaf in Nederland (cf. het boek The Codebreakers). Hij ontcijferde bijvoorbeeld versleutelde berichten van de Spanjaarden voor Willem van Oranje. Marnix van Sint-Aldegonde heeft een belangrijke bibliotheek nagelaten.

3 :

enige zoon van Philips van Marnix. In tegenstelling tot zijn vader kon hij niet goed studeren en werd in 1592 kapitein in het leger. Hij maakte het beleg van Steenwijk mee. In 1596 huwde hij Veronica Hoen van der Lippe, die hem een dochter schonk: Walburg. Jacob sterft 28 januari 1599, zes weken na zijn vader en wordt in hetzelfde graf in de Pieterskerk in Leiden bijgezet. Walburg huwt 1616 met Willem van Oldenbarnevelt, heer van Stoutenburg, de zoon van de raadpensionaris. Hij moest na de aanslag op prins Maurits in 1623 naar België vluchten. Walburg van Marnix, Vrouwe van West-Souburg, was toen al gescheiden van Willem van Oldenbarnevelt. Zij verkocht de ambachtsheerlijkheid West-Souburg in 1638 en hertrouwde in dat jaar met Willem van Dordt, gedeputeerde van Gelderland ter Staten-Generaal. Na een tragisch leven met deze man overleed Walburg in 1654 kinderloos te Den Haag. Met haar stierf de rechtstreekse afstamming van Philips van Marnix uit.

6 :

Willem van Oldenbarnevelt, heer van den Stoutenburg (1590 - voor 1638) was een zoon van Johan van Oldenbarnevelt. Willem van Oldenbarnevelt werd geboren in Den Haag, waar hij in november 1590 werd gedoopt in de Hofkapel. In 1611 werd hij benoemd tot ridder en enkele dagen later (op 30 mei 1611) tot ritmeester.

In 1616 trouwde Willem van Oldenbarnevelt met Walburch van Marnix van Sint-Aldegonde, dochter van Jacob van Marnix Van Sint-Aldegonde en kleindochter van Filips van Marnix van Sint-Aldegonde.

Na de executie van zijn vader op 13 mei 1619, beraamde Willem samen met zijn broer Reinier en onder meer de Remonstrantse predikant Slatius een aanslag op het leven van prins Maurits. De aanslag mislukte en Reinier van Oldenbarnevelt werd in 1623 in Den Haag onthoofd. Willem van Oldenbarnevelt wist te ontsnappen naar Brussel, dat op dat moment in handen van de Spanjaarden was. Later werden brieven van hem aan Hugo de Groot gevonden, die hij schreef in de periode van 23 januari 1626 tot 9 december 1633. Uit deze brieven bleek dat Willem van Oldenbarnevelt hoopt ooit nog weer eens terug te keren naar de Republiek, dat hij protestants was gebleven en dat hij geen dienst in het Spaanse leger had genomen. Van dit laatste hadden zijn tegenstanders hem beschuldigd. Zijn vrouw is niet meegevlucht naar Brussel, maar zond Willem van Oldenbarnevelt jaarlijks geld. Willem van Oldenbarnevelt schreef hierover dat zijne vrouw naar haar vermogen den aan zuinigheid weinig gewonen man een jaargeld zond.

Zijn sterfdatum is onbekend, maar aangezien zijn vrouw in 1638 hertrouwde, wordt aangenomen dat hij vòòr 1638 moet zijn overleden. Willem van Oldenbarnevelt en zijn vrouw hadden geen kinderen.

7 :

Geschiedenis van het kasteel Volgens de schriftelijke bronnen heeft op het onderzoeksterrein het laat-middeleeuwse bisschoppelijke kasteel Stoutenburg met voorburcht en grachten gelegen. Het kasteel wordt in de bronnen voor het eerst genoemd in 1259. De bisschop van Utrecht verleende op 12 juni van dat jaar Amersfoort stadsrechten. Op dezelfde dag werd het kasteel Stoutenburg aan de bisschop in leen gegeven door Wouter van Amersfoort. Deze Wouter was tot genoemde datum onder meer in het bezit van het schoutambt van Amersfoort en woonde bij of in de bisschoppelijke hof van de stad. Hij verhuisde naar Stoutenburg, dat volgens de genoemde oorkonde evenwel nog in aanbouw was.

In het begin van de 14de eeuw ging het kasteel volledig over in de handen van de bisschop van Utrecht die het onmiddellijk liet verbouwen. Het belang van Stoutenburg nam evenwel tegen het einde van de 14de eeuw sterk af omdat de functie als landsheerlijke versterking steeds meer werd overgenomen door het huis Ter Eem, het bisschoppelijke kasteel bij Eembrugge. Kasteel Stoutenburg werd bewoond door verschillende families van kasteleins maar bleef in handen van de bisschop. Uiteindelijk werd het in 1495 door Gelderse troepen ingenomen, geplunderd en in brand gestoken. Over herstellingen na deze verwoestingen is geen historische bron bekend. Pas in 1542 en 1543 werd het kasteel definitief gesloopt waarbij de stenen naar Utrecht werden afgevoerd en onder andere gebruikt bij de bouw van de dwangburcht Vredenburg.

Tegen het einde van de 16de eeuw kwam de heerlijkheid Stoutenburg in handen van Johan van Oldenbarneveldt om na diens dood in bezit te komen van opeenvolgende families. In de 17de eeuw is er sprake van een landhuis op de plek van het oude kasteel. Het huis kende veel bouwfasen en ook volledige nieuwbouw (1862-1865) totdat het tenslotte tegen het einde van de 19de eeuw werd gesloopt. Het nu nog bestaande huis Stoutenburg werd in 1888 gebouwd en ligt enkele honderden meters ten westen van het oude kasteelterrein.

16 :

Hyde Park was originally settled by Jacobus Stoutenburg in 1742 and was known at that time by the family name. The town was officially named Hyde Park in 1812. Hyde Park is situated on the east bank of the Hudson River, halfway between New York City and the state capital of Albany.


http://www.stoutenburgh.com/teller-family-history/

17 :
Bronnen :
- persoon : http://www.stoutenburgh.com/teller-family-history/
...

[Page displayed by GeneWeb 5.00-exp] Copyright © 1998-2006 INRIA - DOC -

deslist